Nepenthes rafflesiana Nationaal Park
Bako

18 Augustus tot 21 Augustus 2001



De boten in Jetty liggen klaar
om te vertrekken naar Bako.
Met de boot naar Bako
Op 18 augustus voor 3 dagen vertrokken naar Bako Nationaal Park, het vleesetende plantenparadijs.

Rondom de hutjes waar we slapen rommelen silverleaf apen en "bearded pigs" rond. Stukken minder lief als ze je midden in de nacht verblijden met een bezoekje in je vuilnisbak.




Het Kerangas.


Mooi stukkie bos.


Het pad, in het regenwoud, bestaat voornamelijk uit boomwortel.


Dikke hoge bomen in het regenwoud.


Op elk dood stuk hout zit minstens één soort paddestoel.

Een wandeling van 2 uur duurt al gauw 8 uur
Bako is fantastisch. Er zijn hoge kliffen met verlaten stranden, mangrovebossen, tropisch regenwoud, moerasbos en kerangasbos.

Dag 1 werd besteed aan het genieten van de vele nepenthesen, ons uiteindelijke reisdoel. Deze groeien met name in de Kerangas (onvruchtbaar zandsteenplateau, droog, met lage boompjes). Ook al zijn er vele dorre trossen bekerplanten aan de bomen te vinden vanwege de droogte, toch zien we nog vele prachtige exemplaren. We vinden zelfs nog Utricularia en Drosera bij een modderstroompje.

N.rafflesiana. N.rafflesiana. Onderbak van de N.rafflesiana.
N.rafflesiana met puntlip. Dikke krullip. Een rode N.rafflesiana.
Nog dichte onderbak van de N.rafflesiana. De nog dichte bovenbeker
van de N.rafflesiana.
Wat heeft die N.rafflesiana
nou gevangen?
Groene N.gracilis. Rode N.gracilis. Zo hangt de N.gracilis
in struiken en bomen.
Utricularia,
maar welke?
Een pygmee Drosera,
maar welke?
Volwassen pygmee zonnedauw, staat op het punt te bloeien.
Jonge blaadjes van de mieren plant. Volwassen 'Verzamelzakjes'
voor de mieren.
In ruil voor nectar snoept de N.rafflesiana af en toe een miertje.




Oververhit!
Wat heet
Het was wel afgrijselijk heet. 10 uur in de sauna zitten zonder afkoelen gaat je niet in je koude kleren zitten. Op de rotsen bij de zee vinden we een heel klein beetje verkoeling.
Verkoelend uitzicht
over een warme zee.
Apart soort steen.



Mangrovebos.


Probiscus (neus) aap.


Bloemen op het strand, gemaakt door krabbetjes, die niet ver van huis gaan.


Uitheemse wast haar hoofddoek
om het hoofd koel te houden.

Probiscuswater
Op dag 2 hebben we geleerd: Om 6 uur opstaan en in alle vroegte lopen gaan. Dat zal ze leren!

We worden echter opgehouden door de Probiscus (neus) apen die in het mangrovebos hun ontbijt nuttigen in de bomen. Als we ontdekt worden, wordt er alarm geslagen en wordt Pim´s hoofd bewaterd.

Uiteindelijk komen we aan het einde van de dag natuurlijk toch weer oververhit en lek geprikt met veel ampularia-foto´s terug in ons hutje. Door de droogte is er geen water meer en we moeten genoegen nemen met een emmerdouche.
Libelle. De gouden mier. Mier van 5 cm.
N.albomarginata, let vooral op die mooie witte kraag. N.ampularia. Deze N.ampularia bakken zijn zeker
10 cm hoog.
N.ampularia,
één van de weinige bekerplanten, waar het regenwater niet wordt afgeweerd d.m.v. een klep.
N.ampularia-veld.




Geen strand bij hoog water.


Lekkere verkoelende duik,
met vissen die aan je knabbelen, de schildpad kreeg de kans niet.


Mangrovenbos, s'avonds bij hoogtij.

Eindelijk verkoeling
De laatste dag Bako wordt grotendeels gevuld met slijkspringertjes, wenkkrabjes en kreeften bewonderen in de Mangroven. We zitten hier de hele ochtend en genieten van de stilte, het kabbelende water en de junglegeluiden.

´s Middags lopen we naar het strandje en daarna naar de waterval voor een duik tussen de vissen en schildpadden.
Wenkkrab tussen de luchtwortels van de mangroven. Na lang wachten kwam de krab eindelijk uit z'n hol gekropen. Leek net een kruipende handschoen. Duo slijkspringers.

Verder(naar het Mulu Park, klik hier)